zaterdag 26 februari 2011

Stijloefeningen

Je kunt ook jaloers zijn om iets dat je buurman heeft. Dat heb ik nooit gehad. Maar nu ben ik toch wel jaloers. Op wie? Op Max Molovich, want die doet nu iets wat ik al jarenlang wilde doen, zonder dat ik wist dat ik het wilde doen: de Stijloefeningen van Raymond Queneau (in de vertaling van Rudy Kousbroek) overdoen. Een geweldig idee.
Ik ben jaloers zoals ik jaloers ben op bijvoorbeeld William Byrd of Bach, die zulke prachtige stukken schreven, die we nu allemaal normaal vinden.
Zo schrijft Max dingen in zijn Stijloefeningen waarvan ik denk: god jongen, dat had ik zelf ook kunnen doen! Ik sta foeterend op, ga weer zitten, lees Max’ stuk nog eens, en zie: nee, dat had ik nooit kunnen schrijven. Mijn  Stijloefeningen zouden er heel anders uitzien.
Ik zou bijvoorbeeld nooit die kamervragen van Richard de Mos hebben kunnen verzinnen. Ook niet wíllen hebben verzinnen, geloof ik, want die jongen is straks de Kamer weer uit enzovoorts. Het heeft geen eeuwigheidswaarde. Maar het is wel een monumentje en een prachtig tijdsbeeld.
Het mooist, naar mijn smaak, is tot nu toe zijn verliefde aflevering. Die is echt formidabel.
Ik hoop nog op afleveringen over Evolutie (sleutelwoorden: dan en en dan), Geloof (geheel in de verleden tijd gezet), Direct gevonden!, en zo zijn er nog wel meer dingen te verzinnen. Maar dat moet ik eigenlijk niet doen, want Max moet het zelf schrijven. Godverdomme Max, je bent me vóór geweest!!! Je bent ook een verdomd goeie schrijver.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten