maandag 28 februari 2011

Cephalic Carnage

De afgelopen dagen heb ik vrij aardig besteed. Het was vreselijk weer, maar in huize Hoogeboom was het een muzikaal feest en dat kwam door Cephalic Carnage, een grindcoreband, als u dat iets zegt. Maar wel een eigenaardige grindcoreband: ze experimenteren ook met andere stijlen (tot aan jazz toe), ze zijn muzikaal zeer onderlegd, en ze houden er daarnaast een eigenaardig soort humor op na.
Het beste is hun laatste CD, vorig jaar uitgekomen: Misled by certainty. Daarvan het mooiste nummer: Abraxas of filth.

zaterdag 26 februari 2011

Stijloefeningen

Je kunt ook jaloers zijn om iets dat je buurman heeft. Dat heb ik nooit gehad. Maar nu ben ik toch wel jaloers. Op wie? Op Max Molovich, want die doet nu iets wat ik al jarenlang wilde doen, zonder dat ik wist dat ik het wilde doen: de Stijloefeningen van Raymond Queneau (in de vertaling van Rudy Kousbroek) overdoen. Een geweldig idee.
Ik ben jaloers zoals ik jaloers ben op bijvoorbeeld William Byrd of Bach, die zulke prachtige stukken schreven, die we nu allemaal normaal vinden.
Zo schrijft Max dingen in zijn Stijloefeningen waarvan ik denk: god jongen, dat had ik zelf ook kunnen doen! Ik sta foeterend op, ga weer zitten, lees Max’ stuk nog eens, en zie: nee, dat had ik nooit kunnen schrijven. Mijn  Stijloefeningen zouden er heel anders uitzien.
Ik zou bijvoorbeeld nooit die kamervragen van Richard de Mos hebben kunnen verzinnen. Ook niet wíllen hebben verzinnen, geloof ik, want die jongen is straks de Kamer weer uit enzovoorts. Het heeft geen eeuwigheidswaarde. Maar het is wel een monumentje en een prachtig tijdsbeeld.
Het mooist, naar mijn smaak, is tot nu toe zijn verliefde aflevering. Die is echt formidabel.
Ik hoop nog op afleveringen over Evolutie (sleutelwoorden: dan en en dan), Geloof (geheel in de verleden tijd gezet), Direct gevonden!, en zo zijn er nog wel meer dingen te verzinnen. Maar dat moet ik eigenlijk niet doen, want Max moet het zelf schrijven. Godverdomme Max, je bent me vóór geweest!!! Je bent ook een verdomd goeie schrijver.

woensdag 23 februari 2011

Windows Live Messenger

Ik heb dat pionnetje van Windows Live Messenger alleen maar aanstaan, rechts onderaan mijn scherm, omdat het handig is bij het opstarten van mijn computer, ’s ochtends: ik weet dat ik contact heb met het internet als dat pionnetje er staat. En dan ga ik naar mijn Google Chrome enzovoorts. Zo gaat het elke ochtend, in huize Hoogeboom.
Een dode dienst, dacht ik dat het was. Wie zit er nog op dat Messenger? Niemand toch?
Maar gisteravond kwam er een bericht van ene Michael Keuppens (ik verzin nooit namen) die wel eens vrienden met mij wou worden. Vreemd, dacht ik. Ik ken niemand van de naam Keuppens. Ik heb toen maar een berichtje teruggestuurd: als je contact wilt, is dit mijn emailadres. Maar Michael was al off line, zei de Messenger.
Ik heb toen even op Google gezocht, want wie weet is die Michael Keuppens wel een Vlaams soort schurk of afperser. Het bleek een tamelijk brave man te zijn, die in de psychiatrie verbleef of werkzaam was, dat weet ik niet. Met zo iemand zou ik, na een paar jaar, best vriend kunnen worden.
Een en ander zal u wel duidelijk maken welk een hekel ik heb aan dingen als Twitter en Facebook, waar dat Messenger een primitieve variant van is. Als je geen originele tekst te melden hebt, schrijf dan niets. Dat is mijn mening. Heb je wel iets te melden, schrijf dat dan op je blog, of als je het niet in de publiciteit wilt hebben, schrijf het dan privé in je email naar je vrienden.

dinsdag 22 februari 2011

Palmpasen

Het gaat nog gewoon door, hoor. Vergis u niet. De voorste pater heeft een (misschien zelf vervaardigd) kruis en daar hangt een buxuskransje omheen. Enig!
Interessanter zijn de twee volgende paters, die iets dragen wat ik niet kan thuisbrengen. Het is een in een blauw doek verborgen doos (ik vermoed een relikwie van een of andere heilige, bijvoorbeeld de voorhuid van Johannes de Doper, want zulke dingen hebben ze) en daarop staat een kitscherig beeldje.
Gerard van het Reve zei eens, ongeveer: hoe meer kitsch, hoe beter. Tegen zoveel kitsch is niets bestand. Ik ben het daar nooit mee eens geweest. Hoe minder kitsch, hoe beter.

maandag 21 februari 2011

Cannibal Corpse

Ik durf het u haast niet te bekennen. U kent mij als een groot liefhebber van oude muziek: Byrd, Dufay, Ockeghem, Desprez, Agricola, Palestrina, noem maar op. Dat is ook de mooiste muziek die ooit gemaakt is.
Maar ’s avonds of ’s nachts gelden bij mij thuis andere regels. Als ik klaar ben met het schrijven van mijn stukje of met het bekijken van een stuk (meestal ondraaglijke) tv, dan neem ik een glas rode wijn of een glaasje port en dan ga ik op YouTube rondzwerven, of ga ik rondkijken op StumbleUpon. Een gezond mens gaat natuurlijk meteen naar bed. Ik niet.
En ik ben dan niet op zoek naar video’s van Byrd’s muziek of naar de missen van Tomas Luis de Victoria, maar bijvoorbeeld naar de jazz van de jaren zestig. Daar is enorm veel van te vinden op YouTube. Ook is er enorm veel te vinden van de hardere soorten metalmuziek. Daar ben ik ook een liefhebber van.
Vooral de death metal kan mij bekoren, omdat je in dat genre de geweldigste drummers en gitaristen vindt. Helaas grunten de zangers, zodat je ze niet kunt verstaan. Ze grunten ook allemaal ongeveer hetzelfde, veel variatie zit daar niet in.
De zanger van de Amerikaanse death metal band Cannibal Corpse doet het ietsje lager dan de meeste andere zangers, en dan kun je min of meer verstaan dat  hij het heeft over spine splitters of over zijn verslaafdheid aan vaginal flesh of over murder worship. Reden waarom ze jarenlang in Duitsland ongewenst waren.
Die zanger interesseert me niet zo. Zijn lyrics gaan compleet langs mij heen. Wat mij interesseert aan dat Cannibal Corpse, zijn de fantastische drummer en de even fantastische gitaristen. Luistert u maar eens naar dit Frantic disembowlment. (Direct na dat nummer hoort u die zanger grunten over I will kill you enzovoorts. Dat is dus minder interessant.)

dinsdag 15 februari 2011

Johannes Tinctoris

Ik ben natuurlijk een beetje gek, maar ik zit alweer uren te luisteren naar Johannes Tinctoris. Dat was een Belg die leefde van 1435 tot 1511. We zeggen wel dat het een Zuid-Nederlander was, maar dat is onzin: hij is geboren in Nijvel. Dat is België.
Zoals ik in de rockmuziek de mooiste dingen vind in de nummers met een stevige bas, zo vind ik dat in de muziek van Tinctoris: luister hier maar eens naar. Zo godvergémes mooi!
Nu ben ik niet benieuwd naar zijn voorgangers, maar naar zijn opvolgers. Componisten die ook zulke mooie baslijnen hebben gebruikt. Ockeghem zou een kandidaat kunnen zijn. Beluister dit Gloria, maar daarin ontbreekt toch die sterke bas die je wel hebt bij Tinctoris.
Ik hoor graag uw reacties.

zondag 13 februari 2011

Josquin des Prez

Ik heb nu alweer een paar uur naar video’s zitten luisteren van Josquin des Prez, in het bijzonder naar zijn Mis voor de hertog van Ferrara. Prachtige muziek. Die hertog was in 1505 overleden maar had enige moeilijkheden gehad met paus Sixtus (van de Sixtijnse kapel) over de zoutwinningsgronden, die de paus voor zijn neef had willen winnen. Ferrara ligt iets ten zuiden van Venetië. Die hertog was een zeer redelijke figuur, blijkt uit alles, hij had dichters en schrijvers als ministers aangesteld enzovoorts. Zoals het hoort, dus. Hij heeft nooit oorlogen gevoerd.
Paus Sixtus kreeg als opvolger Alexander de Zoveelste, ik weet niet precies welk getal. Een uiterst corrupt figuur, zijn vier kinderen kregen het graafschap van dit, het hertogdom van dat, enzovoorts.
In die tijd dus schreef Des Prez zijn katholieke muziekjes. Zou er nog iemand zijn die gelooft dat dat  gelovige muziek is? Ik denk dat zijn Missa Hercules Dux Ferrariae, hoewel ze natuurlijk vol zit met credo’s en halleluja’s, in feite een protest is tegen het pauselijke gedoe.

dinsdag 8 februari 2011

Manisch depressief

Ik heb er zojuist in Nurks een stukje aan gewijd. Iedereen is wel eens een beetje moe of down, en daarna weer vrolijk en opgewekt. Maar als je 15, 16, 17 jaar bent en je maakt het mee dat je zo diep in de put raakt, dan wil je jezelf wel vermoorden. Doe dit niet. Beschadig jezelf ook niet. Geen gekras en gesnij.
Ik zal je uitleggen waarom dat niet helpt. De pijn die je daarvan voelt, vervangt de échte pijn niet. Echt niet, die pijn komt weer terug. Je behoort tot de weinige mensen die moeten kiezen uit twee dingen. Zelfmoord, of doorleven. Zelfmoord, daar moet je een beetje moed voor hebben (ik ben voor de ‘eenzame’ methode: ga in de maand februari simpelweg in zee staan, dan ben je na een half uur totaal onderkoeld en dood; of doe een afvalzak om je hoofd).
Voor dat doorleven zijn er diverse scenario’s. Je bent vrij intelligent, all right, want je begrijpt alles wat je therapeut of je psychiater je vertelt of tracht bij te brengen.
Die intelligentie moet je gebruiken. Je moet niet in een hoekje blijven zitten en denken: ik ben niet knap genoeg, of ik ben ook nog te dik, of ze begrijpen me niet. Dat is allemaal onzin. Je bent intelligent! Ik heb, als MD-patiënt vanaf mijn zeventiende jaar (en dat is nu veertig jaar geleden, dus je ziet wel: het kán!), bijvoorbeeld de Russische en de Engelse literatuur gelezen. Daar ben ik, zeg maar, een soort specialist in geworden. Ja, vraag me niets over de Engelse literatuur van na 1960, want daar weet ik weinig van. Alleen wat namen. Hetzelfde met Russische boeken.
Maar dat soort specialisatie hélpt je. Vooral als je er daarna over kunt schrijven, of praten. Het praten erover is mij nooit gelukt, dus dat moet ik je, op persoonlijke gronden, afraden. Maar ik weet niet hoe jij in elkaar steekt. We moeten elkaar in elk geval een beetje helpen.

maandag 7 februari 2011

Links!

Voor mij ligt een bladwijzer uit een oud boek (Great British Tales of Terror), dat ook al een lintje heeft. Reden waarom ik de bladwijzer eruitgehaald heb. Die bladwijzer is 4½ x 7½ centimeter groot. Het is een sticker die voor de PSP gemaakt is in de jaren zeventig, en die niet zo mooi is als de poster van de naakte dame en de koe, die in dezelfde periode is gemaakt. Helaas bestaan er geen plaatjes van op de computer.
De sticker is eerder een CPN-sticker dan een PSP-sticker, vind ik. Hij is gedrukt in twee kleuren: zwart en rood. In zwart: een foto van een menigte besnorde en bebaarde lieden (ik schat zo’n 200 man), genomen vanuit vogelperspectief. Daar overheen in rood gedrukt de woorden: NU en PSP 11, terwijl de complete tekst, wit uitgespaard, luidt: NU kiezen linkse mensen PSP 11 voor een werkelijk socialistische politiek.
Ik begreep vroeger al niet waarom de PSP met die naakte dame op die poster geen groter succes behaalde, met deze sticker erbij wordt het raadsel nog groter. Die stickers namelijk werden in grote aantallen gedrukt.
Wat moest je ermee doen. Een bestaan als boekenwijzer was natuurlijk wel leuk en intellectueel, maar de bedoeling was dat je ze overal op straat plakte: op vuilnisbakken, verkeersborden, noem maar op. Op alle plaatsen waar ‘de gewone mensen’ kwamen.
Oh, wat was het fijn om links te zijn, in die tijd. Je had toen nog de Vietnam oorlog, en zo. Daar kon je massaal tegen protesteren, samen met alle andere besnorde en langharige lieden. Een geweldige tijd. Je had ook de vrije liefde, toen. God! Wat copuleerden wij! Bram van der Lek en Fred van der Spek, dat waren onze mensen. Ja, wij hebben nog geluk gekend, in onze jeugd.