donderdag 29 juli 2010

Op droeve toon (70)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans. Je kijkt agressief.
- O ja? Het komt misschien hierdoor. Ik zag op Facebook een modern kunstfilmpje van een Engelsman, een Shamin of Mashin Whatever His Name Was.
- Jij kunt namen nooit onthouden, hè.
- Nee. Die namen bestaan nog wel ergens in mijn brein, maar ik kan er niet meer bij.
- Da’s de ouderdom.
- Da’s de ouderdom, inderdaad. In dat filmpje zag je op de voorgrond een soort kanon, en op de achtergrond een soort rij zandzakken. Er komt een man in keurig pak aan dat kanon staan, en hij schiet dat kanon af. Grote bende. Ik weet niet of die man Mashin of Shamin was.
- Was er publiek bij?
- Ja, en dat publiek zei ook ‘Ooh!’ toen dat schot gelost werd. Het was in een museum, denk ik, want waar anders zou je zoiets kunnen doen.
- Wat was je bezwaar ertegen?
- Nou kijk. Die man die dat schot loste, kroop daarna achter die rij zandzakken.
- Laf.
- Ja. Maar hij maakte een statement of iets dergelijks. Daar kan ik nog vrede mee hebben. Je doet iets als kunstenaar, nietwaar, je bouwt een soort kanon en zo, en daar doe je iets mee. Vooruit maar. Maar het tekent een soort gewoonte in de moderne kunsten, die bijvoorbeeld te zien is geweest in de kunstwerken van een andere Engelsman, ik weet zijn naam niet, die geen portretten van, maar echte walvissen of koeien of weet ik wat op sterk water tentoonstelde.
- En dat vind jij erg?
- Neuh, dat vind ik niet erg. Ik vind het zorgelijk, laat ik het zo zeggen. De tijd is niet ver van ons af dat ze koeien of geiten gaan afschieten, en wel voor de kunst.
- Brr! Ik ben blij dat ik dat niet meer hoef mee te maken!
- Maar waarvoor zitten we hier, lieverd?
- Voor de muziek natuurlijk! Wat heb je voor me uitgekozen?
- Ik heb een stukje van Gilles Binchois gevonden.

dinsdag 27 juli 2010

Op droeve toon (69)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat zit je vandaag dwars?
- Een paar teksten op Facebook.
- Vertel op.
- Gisteren las ik dit: The past is of no importance, the presence is of no importance, the future is what we have to deal with. Daar zitten twee fouten in. Ten eerste dat noemen van the presence. Het heden is slechts een schakelmoment van het verleden naar de toekomst.
- Het flitst zo voorbij.
- Juist. Ik zou die zin anders geformuleerd hebben: The future we don’t know, but it is generated by the past, with which we have to deal.
- Dat klinkt een stuk logischer, ja. Je had nog meer teksten op Facebook?
- Ja. It was wrong in Auschwitz, it is wrong in Gaza.
- Met het geschiedenisonderwijs gaat het goed mis!
- Inderdaad. Om Gaza nu met Auschwitz te vergelijken, of Auschwitz met Gaza, dat duidt toch wel op onbegrip. Ik ben het natuurlijk met de dames en heren van die tekst eens dat het geen pas geeft, de manier waarop Israël met Gaza omgaat. Omgekeerd moeten die Palestijnen eens een keer stoppen met het afschieten van hun granaten en raketjes.
- Als ze dat deden, was er helemaal geen probleem meer in het Midden-Oosten.
- Het probleem zou voor een groot deel zijn opgelost. Maar aan zulke teksten van Auschwitz en Gaza kun je al zien dat dat er niet in zit.
- Wat voor muziek heb je?
- Ik heb een stukje van Guillaume de Machaut.

maandag 26 juli 2010

Op droeve toon (68)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, je ziet er weer droevig uit.
- Dat ben ik ook, lieverd.
- Om mij?
- Nee, omdat mijn konijn is doodgegaan. Natuurlijk om jou. Ik had vanavond patat gemaakt met daarbij wat groenten, en ik eet wat patat. Blijft er wat in mijn keel vastzitten. Ik denken: ik zal toch niet net als jij slokdarmkanker hebben!
- Gewoon even vinger in je keel doen.
- Dat deed ik ook en toen was het zo gebeurd en kon ik verder eten. Ik kan me geen vijf minuten concentreren. Ik schreef vanmiddag een stukje op BBZ en dat stukje heb ik hortend en stotend geschreven. Je kunt het geloof ik niet zien aan het eindresultaat, want daar ben ik nog wel handig genoeg voor, maar jezus! wat een martelgang.
- Ik weet nog wel dat je zo’n stukje binnen een half uur af had.
- Ja. Ik moest ook een foto bedenken voor boven dat stukje. Normaal heb ik daar ook geen moeite mee, maar nu! Tenslotte heb ik maar een foto van een kunstwerk van Stavros Kotsireas genomen. Die kende ik uit de tijd waarover dat stukje gaat, hij maakte toen nog aardige schilderijen. Is ook al minder geworden.
- Stavros Kotsireas is die Cyprioot, van wie je twee houtdrukken aan je wand hebt hangen. Mooie dingen inderdaad.
- Ja, mooie dingen. Maar wat hij nu maakt, kan me helemaal niet boeien. Dat is al door duizenden andere kunstenaars gedaan, de afgelopen 75 jaar.
- Huil maar even uit, jongen.
- Nee, ik moet muziek voor je uitzoeken. Wat wil je horen?
- Iets ouds. Uit de 11de of 12de eeuw bijvoorbeeld.
- Ik zal eens kijken. Daar is al iets, een stukje van Perotinus.

zondag 25 juli 2010

Op droeve toon (67)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, hoe was Zomergasten?
- Zeer leuk. Ik vond die presentator, Jelle Brandt Corstius, enorm aangenaam. Hij doet zich niet slimmer of beter voor dan hij is. Hij zei op het eind van de avond tegen Jan Marijnissen: ‘U bent ook een explicateur. Dank voor uw uitleg.’ Of woorden van die strekking. Het is zo aangenaam eens iemand te horen die zo eerlijk is.
- Explicateur?
- Ja, dat was omdat Marijnissen eerder al gezegd had dat je in het onderwijs explicateurs nodig hebt.
- O vandaar. Hoe waren de stukjes die Marijnissen had uitgezocht?
- Hij had bijvoorbeeld een stukje van André van Duin. Die werd nooit geaccepteerd door de intelligentsia, maar die wordt dat nu wel, volgens Marijnissen. Daar heeft hij geen gelijk in, want ik althans vind hem nog steeds waardeloos. Die volkse maniertjes enzovoorts, daar moet ik niets van hebben. Hij had ook een stukje van Dom Camillo en zo. Dat boeide me niet zo. Ik had liever gezien dat hij wat meer had laten zien over de economische crisis van nu, over de VVD en noem maar op.
- Over de punten van de SP?
- Ja. Daar was hij de leider van. Ik ben niet zo geïnteresseerd in de filmpjes uit 1966 van de begrafenis van monseigneur Beckers of in een column van Boudewijn Büch over de dood van Pim Fortuyn. Dat kan hij allemaal zélf zeggen.
- Liet hij nog goede filmpjes zien?
- Ja. Een paar. Een filmpje met Gerhard Schröder, keurig gekapt en gewassen en arrogant. En een filmpje over die vorige directeur van de Amerikaanse FED, hoe heet die man ook al weer, die veertig jaar lang had gezegd: die zelfregulering van de banken, dat is prachtig.
- En met welk stukje eindigde hij?
- Met een stukje Träumerei van Schumann door Vladimir Horowitz, gespeeld in 1986 in Moskou, waarbij we natuurlijk de bekende traan zagen.
- Wat muziek zoal vermag!
- Zeg dat, ja. Volgende week is Maarten ’t Hart de gast. Dat wordt sowieso interessant!
- En wat voor muziek heb jij nu uitgezocht?
- Ik dacht aan een stukje van Josquin Desprez.

zaterdag 24 juli 2010

Op droeve toon (66)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, hoe is de Tour afgelopen? Vat het even kort samen.
- Het was een tour met wat valpartijen in het begin. Dat was het eigenlijk.
- Niet een dagelijkse strijd om de gele trui?
- Nee hoor. Bij die valpartijen zei een renner: allemaal hoën! En ze stopten allemaal.
- Wat een kinderachtig gedoe. Eddy Merckx zou...
- Eddy Merckx zou het anders aangepakt hebben. Die zou zo hard mogelijk hebben doorgereden. Er was nog één incidentje in de Pyreneeën. Toen viel een renner, de nummer één, min of meer aan, hij trapte door zijn versnelling en zijn ketting lag er af. Op dat moment ging de nummer twee even hard door. Hij won de gele trui ermee. Toen zeurde de ander dat er niet hard doorgereden had moeten worden. Er had moeten worden gewacht.
- Wat een zeurpieten!
- Vind ik ook. Het zijn allemaal vriendjes van elkaar. Dat was in de tijd van Merckx anders. Hij werd de kannibaal genoemd. Als hij kon winnen, won hij. Hij gaf geen cadeautjes weg.
- En in de vlakke etappes?
- Ze lieten in de eerste minuut een groepje wegrijden. Die kregen dan drie minuten voorsprong, en die werden dan een paar kilometer voor de finish ingerekend. Dus dan moesten de Belgische commentatoren — ik keek op België Eén — de hele middag lang volpraten, want er gebeurde niets. Zoals ik al zei: in het begin waren er valpartijen. Over en uit.
- Goed. Jammer.
- Ze moeten het volgend jaar anders gaan doen. Als je een rit wint, krijg je een minuut bonificatie. Dat zal meer strijd opleveren. Meer aanvallen.
- En wat voor muziek heb je?
- Ik heb een stukje van Thomas Tomkins.

vrijdag 23 juli 2010

Op droeve toon (65)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat vind jij nou van het geloof.
- In Jezus Christus of in wat anders?
- Neem uit al die duizenden maar Jezus Christus.
- Ik denk dat het waanzin is.
- Leg dat nu eens duidelijk uit.
- Kijk. Hoeveel jaren bestaat de homo sapiens? Zeg, tweehonderdduizend jaar. Ze bestonden gemiddeld 25 jaar per persoon, schat ik. Misschien 30 jaar. Dan waren ze dood, door griep, cholera, pokken, ergere ziektes, oorlogen enzovoorts. Eén op de vijf vrouwen die een kind baarde, overleed.
- Dus dat gebeurde?
- Ja, één op de vijf. Maar toen kwam de Verlosser, begrijp je wel, na 198.000 jaar! En die ging er iets aan doen!
- Wat dan?
- Hmm. Niets.
- Nee, die ging over het water lopen, enzovoorts.
- Daar hebben we ook weinig aan.
- Ja, en die ging water in wijn veranderen.
- Tsjèèh.
- En die werd aan het kruis geslagen.
- Ze hadden hem beter in een put kunnen hebben gedumpt.
- Ben ik met je eens. De muziek is van Thomas Tallis.

donderdag 22 juli 2010

Op droeve toon (64)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat zit je te turen?
- Ik ben een nieuw onderdeel van de grammatica aan het bedenken.
- Jij hebt de grammatica toch helemaal niet meer nodig?
- Nee, natuurlijk niet.
- Wat lees je dezer dagen?
- Het gouden kalf van Ilf & Petrov.
- Dat klinkt bijbels, maar dat zal het vast niet zijn.
- Nee. Het is een prachtig boek uit 1930, tegen de achtergrond van de opbouw van het socialisme in de Sovjet Unie. Je mocht het van me lenen, maar je bent al gestorven. Dus.
- Jammer, ja.
- Ik weet al wat dat nieuwe onderdeel van de grammatica is: het medelijdend voorwerp!
- Leg uit, Bennemans.
- Een lijdend voorwerp is, zoals bekend, een zaak of persoon die iets ondergaat. Jan vermoordt Piet. In die zin is Piet het lijdend voorwerp. Duidelijk?
- Ja, meester.
- Dan nu even goed opletten. Neem nu deze zin: Jan vermoordt Piet en verkracht Piets vrouw Marietje. Hier zijn zowel Piet als Piets vrouw Marietje lijdende voorwerpen. Ook duidelijk?
- Ja.
- Maar nu deze zin, die zo lijkt te zijn weggelopen uit een Nederlands filmscenario: Jan vermoordt Piet en kijkt daarbij Piets vrouw Marietje strak in de ogen. Of neem een zin als deze: Jan vermoordt Piet en sist tegen Piets vrouw Marietje: ‘Nu hoef je helemaal niet meer te scheiden!’ Hier is Piets vrouw Marietje geen lijdend voorwerp meer, maar een medelijdend voorwerp. Ik heb gezegd. Vragen?
- Nee hoor, meester! Wat voor muziek heeft u uitgezocht?
- Een simpel stukje van Orlando di Lasso.

dinsdag 20 juli 2010

Op droeve toon (63)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat heb je de afgelopen dagen gedaan?
- Ik heb zitten lezen, hoofdzakelijk. De twaalf stoelen van Ilf & Petrov heb ik uit. Nu ga ik beginnen aan Het gouden kalf van dezelfde schrijvers.
- Dat zijn boeken van tachtig jaar geleden!
- Ja, ik ga nooit zo met de mode mee, dat klopt. Gistermiddag kwam Josée Boots nog langs.
- Die oncologisch wijkverpleegkundige. Aardige vrouw.
- Ze kwam langs voor een afsluitend gesprek. Het was heel aardig. Ze vroeg of ik mijn huis had opgeruimd. Ik zei haar dat het enige verschil was dat jij er niet meer bent. Dat het daardoor wat stiller was, wat rustiger. Toen kwam ze dicht naast me zitten, want je weet: ze is aan één oor doof en ik praat wat sloom.
- Jij praat niet sloom, jij praat zachtjes.
- Oké. Ze zegt: zeg het nog eens, dus dat deed ik. Ik vertelde haar ook dat ik me geen betere thuiszorg had kunnen voorstellen dan de zorg die haar team ons heeft gebracht.
- Eens!
- Ze vroeg me ook of ik nog geloofde in een hiernamaals. Ik zei: nee. Ik geloof nergens in, zei ik. Toen liet ik haar één van deze stukjes lezen. Dat vond ze wel mooi, geloof ik. Ik heb haar de URL maar gegeven. Dan kan ze het thuis nog eens nalezen.
- Het is ook een mooi soort rouwverwerking.
- Zoiets zei ik haar ook. Vreemd eigenlijk dat je het nooit iemand ziet doen. Op het eind van het gesprek, dat een uur duurde, zei ze nog iets heel vreemds. Ze zei: bedankt dat je me in jullie leven hebt toegelaten. Daar glimlachte ik gewoon maar wat om, oké mompelend.
- Wat voor muziek heb je vandaag voor me uitgekozen?
- Een stukje van Tomas Luis de Victoria.

zondag 18 juli 2010

Op droeve toon (62)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans. Ik ben benieuwd wat je straks weer voor muziek hebt gevonden. Want je hebt steeds weer iets nieuws!
- Ik zoek het in de nauwste kloven, lieverd, en daar trek ik het uit tevoorschijn. Dat wil zeggen, daar is het uit tevoorschijn getrokken.
- Maar nog eens iets anders. Het katholicisme. Wat heb je daar tegen?
- Ik heb niets tegen iemand die katholiek is of was. Ik heb iets tegen de clerus.
- Leg uit.
- Tegen de regenten. Tegen de mensen die jou vertellen: je bent uiteindelijk geboren uit niets, uit een stuk klei. Je zult nooit iets worden. Maar kijk eens: God heeft de wereld voor jou geschapen! Maar als je dat niet wilt geloven, dan veroordeel ik jou tot eeuwige hellestrijd.
- Je bedoelt: ze maken de mensen bang.
- Ja, dat bedoel ik.
- Bang voor de dood.
- Bang voor de dood, inderdaad. Terwijl dat eigenlijk helemaal niets is om bang voor te zijn. Voor het proces van doodgaan kun je misschien bang zijn: de pijn enzovoorts.
- Dat weet ik: ik schreeuwde verschillende keren ‘Nee!’.
- En ik kuste je toen. En ik zag toen al aan je armen en je benen dat je bezig was dood te gaan. Lijkvlekken.
- Ik heb je kussen niet opgemerkt.
- Nee, je was onder invloed van de morfine-injecties en van de morfine-zetpillen. Je bent rustig gestorven.
- En wat voor muziek heb je nu uitgekozen?
- Weer een stukje dat je nog niet kende: een stukje van Hugh Aston.

vrijdag 16 juli 2010

Op droeve toon (61)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, waarom zit jij steeds naar die Tour de France te kijken?
- Ik kijk naar de interessantste bergritten op Canvas, ja. De ritten voor de sprinters en de overgangsetappes, zoals ze dat noemen, bekijk ik niet. En ik kijk ook niet op Nederland 1, want daar hebben ze een oud-wielrenner als commentator die het steeds heeft over ‘het nieuwe wielrennen’.
- In tegensteling tot het oude wielrennen?
- Ja, ik weet ook niet wat hij bedoelt. Hij laat min of meer doorschemeren dat in het oude wielrennen veel doping gebruikt werd, en dat dat nu over is in het nieuwe wielrennen, wat ik natuurlijk niet kan geloven.
- Dat lijkt me ook. Die afgesneden koppies van die wielrenners, die wilde oogjes die ze allemaal hebben.
- Ja, dat heeft allemaal niets van doen met training, dat heeft van doen met bloedtransfusies en zo. Met medicamenten die ze toevallig gevonden hebben in Minsk. Plus de maskerende medicamenten die ze gevonden hebben in Klagenfurt. Ik noem zomaar twee plaatsen.
- En toch hou je van die sport?
- Ja. Nee. ja. Toch hou ik van die dramatiek. Al sinds 1969, toen Eddy Merckx zijn eerste Tour won. Ik weet niet wat hij geslikt had. Ik vermoed efedrine.
- Ik snap het nog steeds niet, Bennemans.
- Nou, kijk, Duifje. ’s Werelds snelste sprinter, Hoeheethij Bolt, dacht jij dat hij geen vooruitstrevend middel ingenomen had? Natuurlijk heeft hij dat. In het wielrennen is het niet anders: iedere wielrenner gebruikt, zoals ze dat zeggen. Wie niet gebruikt, valt af in de Tour. Wie geen spierversterkers en bloedversterkers gebruikt, of hoe je het ook noemt, valt af. Dat aangenomen zijnde, wordt de strijd tussen de wielrenners toch weer interessant, vind ik. Het maakt me helemaal niets uit wie er wint, Contador of Schleck. Ik hoop natuurlijk dat Schleck zal winnen door een geweldige tijdrit te rijden, volgende week zaterdag. Of doordat hij een geweldige Pyreneeënrit zal winnen, dat zou helemaal mooi zijn.
- Stop, Bennemans. Wat voor muziek heb je uitgezocht?
- Ik heb een stukje van Nicholas Ludford.

woensdag 14 juli 2010

Op droeve toon (60)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat lees je dezer dagen?
- Ik herlees nu Binnen de huid van J.J. Voskuil, dat past tussen Bij nader inzien en Het bureau van dezelfde schrijver. Prachtig boek.
- Ik vind het zo jammer dat ik niet aan Het bureau ben toegekomen.
- Ja, dat is jammer. Die zeven delen lagen te wenken naast je ziekbed.
- Toen kon ik niet meer lezen. dat weet je toch wel?
- Ja. Wist jij dat Voskuil ook een toneelstuk Mensenkinderen heeft geschreven, en dat dat toneelstuk in, meen ik, Haarlem in première gaat op 24 september aanstaande?
- Op je verjaardag dus!
- Ja. Ik zal daar niet bij zijn. Ik ben alleen maar geïnteresseerd in de tekst van dat toneelstuk. Het gaat over een man en een vrouw die met elkaar overhoop liggen. Die tekst heeft in een Tirade gestaan, begreep ik. Die Tirade moet ik dus kopen, als het zo uitkomt.
- Wij hebben nooit zo’n relatie gehad.
- Godzijdank niet, nee. Wij hebben nooit ergens ruzie over gehad, als we bij elkaar waren. We hebben wel eens ruzie zitten maken op het internet. Internetruzietjes. Dat was meestal omdat ik principieel ergens niet aan mee wou doen, en dan zei jij: daar kun je gerust aan meedoen. En dan mailde ik je terug: ik begrijp niet waarom ik daaraan mee zou moeten doen! En zo ging dat ruzietje nog een uur door, totdat de vrede getekend werd, door jou of door mij.
- En wat ga je na Voskuil lezen?
- De twee boeken van Ilf & Petrov: De twaalf stoelen en Het gouden kalf.
- Ken ik ook niet.
- Dat laatste boek is het favoriete Russische boek van Karel van het Reve geweest.
- Dan moet het wel zeer goed zijn. Wat voor muziek heb je?
- Ik heb een stukje van Robert Fayrfax.

dinsdag 13 juli 2010

Op droeve toon (59)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, het was uierweer vandaag, niet?
- Uierweer?
- Ja. Zo noemden wij zo’n dag: warm, maar gevaarlijk voor het verkeer.
- Het is voor het eerst dat ik die uitdrukking hoor.
- Maakt ook niet uit. Wat heb je verder meegemaakt, Bennemans?
- Ik zal je iets zeggen. Een jou en mij bekende blogger wil, pas in augustus hoor, haast heeft hij niet, een internettijdschrift oprichten. De werktitel stelde hij voor als ‘Nurks’.
- Een slechte titel.
- Dat heb ik hem ook meteen geschreven: het is een te negatieve titel. Bovendien zit hij midden in het alfabet, dus wie ziet dat tijdschrift ooit. Ik heb hem gezegd: kies een titel die begint met een A. Ik stelde voor: Animoos.
- Ook een slechte titel, jongen.
- Ja, maar uit zo’n titel, daar komt hij wel uit, want hij is reclame-copywriter. Als ik een tijdschrift zou beginnen, zou het Aagje heten.
- Gnigni.
- Aagje en Joop heb je dan.
- Gni gni.
- Maar hij stuurde me een mail waarin hij voorstelde dat ik mijn Dirkswoud-stukjes in dat blad zou zetten.
- Meteen doen!
- Nja. Ik wil dat best doen, maar ik wil dan eigenlijk een nieuwe reeks beginnen. Dan herschrijf ik sommige oude stukjes, en schrijf ik ook nieuwe stukjes. Volgens hetzelfde principe: een titel vinden, en dan zoeken waar het over moet gaan.
- Dus dat je begint met ‘Het begin’ of zoiets?
- Ja. En dan schrijf ik elke dag een Dirkswoud-stukje.
- En dat doe je dan naast deze Op droeve tonen-stukjes en je BBZ-stukjes?
- Ja, dat lijkt me wel, ja. Drie stukjes per dag, dat moet toch wel kunnen? Je leeft tenslotte maar één keer.
- Dat vind ik ook. Welke muziek heb je?
- Ik heb een stukje van William Cornysh.

maandag 12 juli 2010

Op droeve toon (58)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, hoe is Spanje-Nederland afgelopen?
- Spanje heeft natuurlijk gewonnen, wij kunnen van Spanje niet winnen.
- Ook niet met jouw methode?
- Ze hebben het wel geprobeerd, maar het lukte niet. Van Bommel en De Jong en trouwens het hele elftal speelde enorm gemeen, met vuile overtredingen. Maar daar kregen ze meteen gele kaarten voor van die scheidsrechter, en die overtredingen waren ook niet gemeen genoeg. Niet doortastend genoeg. Ik bedoel, als je je tegenstander tegen de borst trapt, dan moet je goed raak trappen, vind ik.
- Dan moet je een paar ribben kneuzen of breken, bedoel je.
- Ja.
- Ahum. Wie was de beste speler op het veld?
- Andres Iniesta. Die maakte ook de goal, heel laat in de wedstrijd, pas na 116 minuten of zoiets. De meeste aanslagen waren ook op zijn benen gericht, maar het deed hem niets, hij dribbelde gewoon door. Zoals trouwens al die Spanjaarden. Het leek trouwens alsof Nederland tegen een stuk of veertien Spanjaarden speelde. Overal op het veld konden ze de bal kwijt, met korte passjes, steekpassjes, kopballetjes enzovoorts. Spanje heeft geheel terecht gewonnen. Wij konden er niet tegenop.
- En hoe staat het met Lance?
- Ook slecht. Hij viel vandaag twee of drie keer en toen gaf hij het maar op. Hij kwam een minuut of tien later dan zijn concurrenten over de eindstreep. Hij is ook al 39 jaar oud, en dan zijn je reflexen minder goed. Vroeger viel hij nooit. Ik weet nog dat hij wereldkampioen werd in een stad als Oslo, geloof ik. Toen was hij ongeveer 25 jaar oud, en het regende dat het goot op die dag. Nu zou hij gevallen zijn.
- Het einde van het tijdperk-Armstrong dus.
- Dat einde was al een paar jaar geleden aangebroken.
- En wat voor muziek heb je uitgezocht?
- Ik heb een stukje van Walter Frye.

zaterdag 10 juli 2010

Op droeve toon (57)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, je ziet er niet goed uit, jongen.
- Nee. Ik ben de afgelopen dagen zo ontzettend droevig geweest. Ik mis je.
- Dat zal nog wel een tijdje zo blijven, Bennemans. Blijf me maar missen.
- Ja, lieverd.
- Je moest nog wat correctiewerk doen voor het Verzameld Werk van Karel van het Reve.
- Ja, dat moet ik voor het einde van de maand nog doen.
- Doe dat dan. Zo veel werk is dat niet.
- Nee. Dat doe ik begin volgende week. Oké?
- Dat is goed, jongen. Dus maandag aanstaande ga je te bloedprikken! En dinsdag ga je te corrigeren.
- All right. Ik heb net in één dag Gerard Reve’s Boek van violet en dood gelezen. Het viel niet mee!
- Hoezo, Bennemans?
- Nou, het was, zoals al zijn werk, rotzooierig in elkaar gezet. Dat viel me als eerste op. En ten tweede had hij niets nieuws te vertellen! Al zijn oude grapjes kwamen weer voorbij.
- Maar jij vond hem toch al nooit zo’n goede...?
- Nee, zijn broer Karel vond ik altijd al een veel beter schrijver.
- Dat ben ik met je eens. Zijn geleerde halfbroer, zoals Gerard zei. Van geleerdheid moest Gerard niets hebben.
- Daar moeten in het algemeen katholieken niets van hebben.
- Nee, want geleerden, die weten te veel. Wat voor muziek heb je uitgekozen?
- Nog niets. Die ga ik nu uitkiezen. Het wordt: Robert Fayrfax.

donderdag 8 juli 2010

Op droeve toon (56)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans. Het wordt dus Nederland-Spanje.
- Ja, en dat verliest Nederland natuurlijk.
- Waarom?
- Omdat Spanje beter speelt.
- Denk je?
- Ze speelden die Duitsers compleet zoek. Dat gaan ze met ons ook doen. Er ís een kans, als Van Bommel en De Jong geen rood krijgen, dat ze Iniesta en Xavi uit de wedstrijd spelen. Blesseren, bedoel ik. Maar Van Bommel zal eerst wel rood krijgen.
- Dus welke uitslag voorspel jij?
- 0-1 voor Spanje. Het hangt er een beetje van af, wat voor scheidsrechter we krijgen.
- Hoezo?
- Nou, als je er een krijgt die al vanaf de eerste minuut met gele kaarten gaat zwaaien, dan weet je: dit zal ons niet lukken.
- All right. Jij hebt er meer verstand van dan ik, Bennemans. Hoe staat het in de Tour de France?
- Daar staat het voortreffelijk, voor zover ik het kan bekijken. In Mart Smeets programmaatje komen steeds renners te praten, vanavond bijvoorbeeld een Vlaming die Steegmans of zoiets heet, en die ook al, net als al die andere renners, zulke cocaine-oogjes had. Hij zou ook liever met een zonnebril hebben gezeten, denk ik.
- Welke oogjes?
- Priemend wit, met daarin nog priemender oogpupillen, een en ander gestoken in een uitgekalebast epo-skelet.
- Dat kan natuurlijk ook komen doordat ze zoveel trainen.
- Jha!
- En wat voor heerlijke muziek heb je, lieverd?
- Ik heb iets moois uitgezocht: een stukje van Guillaume Dufay.

woensdag 7 juli 2010

Op droeve toon (55)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, hoe was het voetbal?
- Betrekkelijk armoedig.
- Maar ze hebben toch wel gewonnen? Ze staan toch in de finale?
- Ja.
- Niets te klagen toch?
- Nee.
- En als ze die finale winnen van bijvoorbeeld Duitsland, dan zijn ze toch wereldkampioen?
- Dan zijn ze wereldkampioen, ja.
- Of als ze van Spanje winnen!
- Daar winnen ze niet van.
- Je bent niet erg enthousiast, Bennemans.
- Nee.
- Het lijkt wel alsof je Nederland die wereldtitel niet gunt.
- O ja hoor. Echt wel. Paraguay, zoals dat speelde tegen Spanje, dat was de mooiste wedstrijd tot nu toe, vind ik. Zo zou Nederland eens moeten spelen.
- Spanje won.
- Ja, helaas. Waarschijnlijk wordt onze tegenstander: Duitsland. Maar dat merken we vanavond.
- Wat voor muziek heb je?
- Ik heb een stukje van Guillaume Dufay.

maandag 5 juli 2010

Mathurin Forestier

Het is altijd leuk als je een oude componist ontdekt, van wie je nog nooit gehoord had. Mathurin Forestier was mij volkomen onbekend. Hij moet ergens rond het jaar 1470 geboren zijn, hij moet gewerkt hebben aan het Franse hof rond 1500. Wanneer hij gestorven is, weten wij niet. Er zijn een paar missen, een paar motetten en een paar liederen van hem bekend. Zijn Missa l’Homme Armé mag er best zijn, vind ik. Het lijkt een beetje op het werk van Josquin Desprez en Jean Mouton.
Hier is die Missa: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en het Agnus Dei. Vooral de laatste twee delen spreken mij aan.

Op droeve toon (54)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, ik wou je iets vragen over het geheugen.
- Het menselijke geheugen.
- Uiteraard, grappenmaker. Apen en miereneters en poema’s hebben ook wel een soort geheugen, maar dat is niet zo interessant. Vraag maar raak.
- Dat moet jij niet zeggen, dat moet ik zeggen. Vraag maar raak.
- Ik geloof dat iedereen, als hij wat ouder wordt, dingen vergeet. Dingen zoals: waar had ik die schaar nou neergelegd, op welke pagina stond ook alweer Ik was een vonk, maar in dat ogenblik werd ik een vuurzee, voor hoeveel mensen moet ik vanavond ook alweer koken?
- Die vonk en die vuurzee zijn van Gerrit Komrij.
- Ja, maar dat maakt nu niet uit. Ik noem dat soort dingen het kleine geheugenverlies. Het grotere geheugenverlies heb je als je niet meer op namen zoals Karl Marx of Goethe of Tolstoj kunt komen, of als je, staande in een weiland met koeien, het woord ‘koe’ kwijt bent. Het grote geheugenverlies heb je, als je, nog steeds staande in dat weiland, naar die koeien zit te staren, die kalm terugstaren, al herkauwend, en jij gaat zitten denken: ‘Wat doen ze toch?! Wat zijn dat voor dingen?!’
- Een mooie opsomming, Duifje. Wat was je vraag?
- Ik zou denken: die schaar, die pagina van Gerrit Komrij, namen zoals Beethoven of Byrd, hoe een koe eruit ziet, al dat soort dingen zit nog steeds in je brein. Ook als je het niet meer weet.
- Dat zou ik ook denken, ja. Ik heb er laatst nog over gelezen. Waar weet ik niet meer. Je moet het ongeveer zo zien. De neuronenstringen in je hersenen die een koe hebben opgeslagen, zitten tussen miljoenen andere neuronenstringen. Normaal spuugt het ene neuroontje in het bakje van een volgend neuroontje, dat weer verder spuugt, enzovoorts. Als je iets niet meer weet, houdt dat spugen ergens in je brein op.
- Ik ben blij dat je het zo wetenschappelijk uitlegt. Wat voor muziek heb je voor me uitgezocht?
- Iets van, hoe heet hij toch, Guillaume Dufay.

zondag 4 juli 2010

Op droeve toon (53)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat zei die Georges de Caluwé?
- O ja, op Facebook. Daar zei hij dat waardig sterven iets zeer moois is.
- Die jongen weet er niets van. Pijnloos sterven, daar gaat het om.
- Dat vind ik ook. Jij hebt maar een uur en een kwartier pijn geleden, op de dag van je dood. Godverdomme, ik zou je elke minuut pijn bespaard willen hebben, ik had zelf die pijn willen hebben in plaats van jij.
- Maar ik ging toch...
- Je ging heel rustig en kalm weg, lieverd. Je kreeg ’s ochtends een shot morfine, ’s avonds kreeg je er nog één, en daarna kreeg je nog een morfine zetpil. Om twaalf uur zat ik met de nachtzuster aan je bed. Ze zei me nog: ‘Het zal niet lang meer duren. Kijk maar, ze heeft al lijkvlekken.’
- Waar had ik die dan?
- Op je benen en op je armen.
- Sinds hoe laat?
- Sinds ongeveer negen uur, dus drie uur voordat je overleed.
- Toen wist je het dus al.
- Ik wist het al een paar dagen eerder, lieverd. Toen je op die maandag, vier dagen voor je dood, je sluitspieren niet meer kon controleren, wist ik het al. Toen kwam daar zeer snel een ziekenhuisbed in huis (mede dankzij mijn zus Marja) en het is in die week zeer snel gegaan. God zij dank heb je geen lang ziekbed gehad.
- Nee, godzijdank. Wat voor muziek heb je?
- Even zoeken. Wat dacht je van een stukje van Johannes Ciconia.

zaterdag 3 juli 2010

Op droeve toon (52)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, heeft Serena gewonnen?
- Dat weet ik niet, ik heb niet gekeken. Ik zal even op het internet kijken... Ja, ze heeft gewonnen van Zvonareva. Ik heb er niet naar gekeken, want er was vanmiddag Duitsland-Argentinië. Prachtig gespeeld door de Duitsers, ze wonnen met 4-0. De Argentijnen kwamen in het stuk niet voor.
- Dat was voetbal?
- Dat was voetbal, ja. Ik ga morgen wel kijken naar de mannenfinale op Wimbledon. Die gaat tussen Nadal en Berdych, allebei sterke jongens die ongelooflijk hard kunnen slaan. Wat ik trouwens niet goed begrijp is dit: de vrouwen verdienen evenveel als de mannen. Maar de mannen moeten wel tweemaal zo lang op de baan staan: de vrouwen zijn in drie setjes klaar, de mannen pas na vijf setjes. Ik vind dat de vrouwen ook over vijf sets moeten spelen.
- Of de mannen over drie sets.
- Ja, dat zou ook kunnen, maar dat maakt het minder spannend.
- En was er verder nog iets?
- Ja. Vanmiddag belde Marja op, de thuishulp. Ze komt maandagochtend wat later, want ze heeft een brief gekregen dat ze een borstonderzoek moet laten verrichten om 9 uur. Dan staat er zo’n wagen in de Pieter Schotsmanstraat. Ze vroeg me waar die was. Dat heb ik haar uitgelegd.
- De schattebout. Ik hoop maar dat ze niets vinden bij haar.
- Ja, en als ze iets vinden, moet ze om een second opinion gaan.
- Wat heb je voor muziek? Heb je iets van Byrd?
- Ik zal even zoeken. Ja, hier is het Ave Verum Corpus.

vrijdag 2 juli 2010

Op droeve toon (51)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, hoe heeft Brazilië gevoetbald?
- Briljant, dom en oerstom.
- Leg uit.
- De eerste helft was Brazilië oppermachtig, Nederland was nergens. Stand in de rust: 1-o voor Brazilië. In de tweede helft begonnen ze hautain te spelen. Er kon ze ook weinig gebeuren. Maar Nederland maakte een mazzelgoal. Sneijder zette een bal voor, die werd er in gekopt door een Braziliaanse speler. Die keeper zat ook mis. Na die goal ging Sneijder voor een camera efedrine-achtig staan juichen, net als Maradona deed toen hij tegen Griekenland een mooie goal had gemaakt, in 1994 was dat, dacht ik.
- En wat was de einduitslag?
- 2-1 voor Nederland. Die tweede goal was een mooie: corner, Kuit kopt de bal door naar Sneijder, die hem erin kopt. Daarna was er een Braziliaan die natrapte, die moest er dus uit. Brazilië heeft eigenlijk geen kans meer gehad, in de tweede helft.
- Dus het is goed afgelopen.
- Tja. Dat weet ik natuurlijk niet. Ik vond het wederom een vervelende wedstrijd, er werd naar alles geschopt wat tweebenig was.
- Laten we over het voetballen ophouden. Wat voor muziek heb je?
- Ik heb een stukje van John Dunstable.

donderdag 1 juli 2010

Op droeve toon (50)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans.
- Hé, normaal stel je een vraag! Wat is er met je?
- Ik weet dat je naar Alkmaar moest om die uitkering aan te vragen, Bennemans. Hoe is dat gegaan?
- Ik ben op de bus gestapt, en ik ben overgestapt op de bus naar Bergen, en ik kwam aan bij het gemeentehuis van Bergen en daar werd ik feestelijk onthaald. Goedendag, meneer Hoogeboom, we zijn blij dat u er weer bent. Kom verder.
- Tjèh.
- Een eindeloze sleeppartij was het, maar de ambtenaar die voor dit soort zaken geschikt is, heet: Susan Gosen. Verdomd waar. Ze begreep alles, deed nergens moeilijk over. Ze nam het gesprek tenslotte over door te zeggen: en nu de papierpartij! Ik had al mijn papieren natuurlijk bij me, dus die kon ze hupsakee kopiëren. Toen ze daarmee klaar was, ging ze nog even door. Ze had ons gezien toen jij je inschreef als Egmonder bij de gemeente. Ze vond ons zo’n geweldig stel. Ze had nooit kunnen voorzien enzovoorts.
- Je bent toch wel vriendelijk gebleven, Bennemans?
- Ja hoor. Op dat soort blijken van vriendschappelijkheid kun je toch alleen maar goed reageren?
- Nou, soms...
- Daar heeft je dood ook mee te maken, Duifje. Ik word minder cynisch. Vanzelf.
- All right. Wat heb je voor stukje muziek?
- Een stukje van John Dunstable.