maandag 31 mei 2010

Bericht van Duifje (5)

Ben en ik kijken graag naar tennis, op dit moment is er Roland Garros dus er valt weer flink wat te zien.
Helaas valt er ook weer flink wat te beluisteren, bronstkreten bij de mannen en bij de vrouwen hoor je ook van alles wat je eerder in een verloskamer zou verwachten dan op een tennisbaan. Sharapova en Serena Williams kunnen er ook wat van. Het neemt voor mij veel van het plezier van het tennis weg.
Het geluid afzetten is de enige optie. Er schijn niets aan te doen te zijn al wil dat r bij mij niet in.

Dat komt later nog wel (10)

Ik wilde vroeger schrijver-spreker worden. In dat vak (dat toen nog niet bestond en nu nog steeds niet bestaat) is het de bedoeling dat je een tekst schrijft en vervolgens die tekst voorleest. Waar? Anywhere. Ik stelde me voor dat mijn talent het beste tot zijn recht zou komen in bijvoorbeeld musea en kunstgaleries. De Vereniging van Nederlandse Kunstenaars zou me een briefje sturen met de vraag: kunt u een tekst schrijven voor de opening van een expositie van het jongste werk van ons lid, kunstenaar X. U mag die tekst, die wij niet hoeven te zien vantevoren, zelf komen voorlezen in Galerie Q te Amsterdam.
Maar ik had al gauw door dat het een onzekere broodwinning was. Ik werd zetter, toen ik eenmaal volwassen geworden was. In de grafische industrie waren toen verschillende goede bazen te vinden, en ik vond ze.
Ik heb later, toen ik achter Galerie Wimmenum te Egmond aan den Hoef kwam wonen en bevriend raakte met de galeriehouder, wel verschillende keren opgetreden als schrijver-spreker. Ik herinner me een openingsmiddag van een Noordhollandse schilder, met wie ik een paar dagen eerder gesproken had. Hij vroeg me: ‘Hoogeboom, met vier o’s? Dan komt u zeker uit Nibbixwoud! Daar heb ik nog gewoond!’ Ik kende Nibbixwoud van een verre oudtante, die daar geboren was. Het praatje op de openingsmiddag handelde over het wedervaren der Nibbixwoudse School door de jaren heen. Dat praatje begon ongeveer zo: ‘Dames en heren! Als u met zijn allen twee meter verder van mij af wilt gaan staan, dan kunt u mij even goed horen, en besmet ik u niet met het coronavirus. Ik ben verkouden.’ (Ik was inderdaad verkouden, die middag.)
Mijn rol als schrijver-spreker bleef beperkt tot dit soort aangelegenheden. Zeker nadat ik in 1998 mijn eerste herseninfarct kreeg. Toen ben ik helemaal met het spreken gestopt, ik bedoel met het voorlezen van mijn teksten.
Nu schrijf ik alleen nog maar dit soort tekstjes.

zondag 30 mei 2010

Je wint nooit meer (9)

- Kan ik u even spreken, meneer Keesing?
- Jawel.
- Ik ben van Radio Dirkswoud, van het programma Speel het spel!
- Wel, gaat uw gang.
- U heeft weer verloren, vanavond.
- Ja, ik speelde koning g7. Dat was een blunder eerste klas, ik had moeten spelen loper slaat op d4. En dat wou ik ook doen op de volgende zet, maar daar kwam het niet meer van. Dus: smadelijk verlies.
- Inderdaad! U zet met zulk spel ons dorp te schande.
- Nou, nou...
- En dat heeft u al meer keren gedaan! Ik weet me tenminste niet één schaakpartij te herinneren die u gewonnen heeft.
- In november van het jaar 1979 heb ik nog een partijtje gewonnen.
- Ja, maar dat was tegen een jongetje van 12 jaar.
- Maar elke winst geeft je vertrouwen, hè!
- U wordt steeds maar weer opgesteld door de wedstrijdleider. Waardoor komt dat toch?
- Ik geloof dat hij vindt dat ik in het team pas. Psychologie is het.
- Mooie psychologie!
- Hij redeneert: het team van de tegenstanders ziet na een uurtje dat ze voor staan, want ik heb al verloren. Dat maakt dat team gemakzuchtig, en zo winnen we sommige wedstrijden onverwacht nog.
- Het kan ook je eigen team deprimeren: verdomme, staan we wéér achter!
- Nee hoor. De jongens weten het, en als ik verloren heb, staan ze te zuchten, zo van, ojee, Keesing heeft verloren! Onze sterkste speler! Dat schept enige verwarring in het vijandelijke kamp.

zaterdag 29 mei 2010

Zo was het vroeger (8)

Vroeger stuurden wij er zangeressen op af. Teddy Scholten, Corry Brokken, Lenny Kuhr. Die wonnen het Eurovisie Songfestival. Die meiden hadden duidelijk hun lied zitten oefenen, ze konden ook een beetje zingen.
De laatste dertig jaar is dat niet goed genoeg meer. Je moet nu het hele podium gebruiken, dus Sieneke was er met een soort pierement en nog wat achtergrondgejammer en -gedans. Dat was vroeger niet nodig. De organisatie zorgde voor een goed werkende microfoon en zei tegen de deelnemende zangers en zangeressen: ‘Als u met uw gezicht naar het publiek wilt gaan staan, zo ja, en dan zingt u hier maar in.’
Het was nog in de schnabbeltijd, de tijd dat de zangers en zangeressen nog het land in trokken, zongen in parochiehuizen en schitterden op kroegbiljarts. Daar zie je tegenwoordig alleen nog het laagste segment van Neerlands muzikaal talent optreden. Ik weet nog dat eind jaren zestig in het katholieke parochiehuis te Limmen de kermis werd opgesierd door een optreden van Sandy Coast, een bandje rond Hans Vermeulen. Dat was een talent uit Voorburg, een plaats waar zich wel meer fraaie dingen voordeden.
Ik heb een advies voor degenen die zangeressen uitzenden naar het Eurovisie Songfestival. Stuur geen danseressen enzovoorts meer mee. Laat die stompzinnige poppenkast maar over aan de andere deelnemende landen. Zoek het in de kwaliteit van het lied. Huur voor de verandering eens een goede liedjesschrijver in, zoek een goede zangeres, laat haar een half jaar oefenen, en hup, je wint zo weer een keer.

vrijdag 28 mei 2010

Dat mag niet, hoor! (7)

Zoenen op het zebrapad, dat doe je niet. Volgens Willeke Alberti tenminste, die een waarschuwend lied zong over deze materie in het jaar 1966. Het was wel een mooi jaar, 1966, Johnson was een moordenaar, Nixon die eraan kwam was het eveneens, de heren provo’s en kabouters waren in opmars, en iedereen vond dat leuk.
Ik vond dat helemaal niet zo leuk, zoals ik ook de studentenrellen van 1968 en ’69 en de latere krakersrellen onzinnig vond en vind. Ik geloof niet dat er ooit iets ten positieve is veranderd door die rellen.
Ik vond het ook niks dat die Nieuw Linksers in het begin van de jaren zeventig dreigden het over te nemen in de PvdA, en ik vond Den Uyl toen zeer verstandig. Toen die PvdA’ers in 1977 allerlei eisen begonnen te stellen, waardoor Wiegel met Van Agt kon gaan regeren, werd ik daar droevig van.
De PvdA moet in de regering, is altijd mijn redenering geweest, en zo is het nog steeds. Degelijkheid en eerlijke verdeling van de schade. Daar staat de PvdA voor, naar mijn idee.
Ik vond Wouter Bos dan ook geen echte PvdA’er, met zijn miljardensteun aan Fortis en ABN-Amro, waarvan hij zei: dat geld komt nog wel terug, maak u niet bezorgd. Dat geld komt dus helemaal niet terug, want dat heeft hij niet geëist per contract. Als je zoiets had gewild bij Den Uyl of bij Kok, dan had je een contract moeten tekenen. Als je zoiets had gewild bij Job Cohen, had je ook een contract moeten tekenen. Terugbetalen!
Job Cohen mag dan wat stuntelig overkomen in die debatten, ik zou hem niet onderschatten!

donderdag 27 mei 2010

Op droeve toon (31)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, we hadden het vreselijk leuk, buiten.
- Ja. We zijn samen naar de apotheek geweest en naar de supermarkt.
- Vooral dat eerste stukje ging je moeilijk af, had ik de indruk, Bennemans.
- Ja, het was de eerste keer van mijn leven dat ik een rolstoel bestuurde en voortduwde. Maar na die eerste paar meters lukte het toch vrij aardig.
- Maar toen we terug thuis waren, moest ik de trap nog op. Wat een ellende was dat!
- Je zakte door je hoeven, zou mijn vader vroeger gezegd hebben.
- Ja, en daar lag ik dan, bij je voordeur.
- Je kon niet meer op je benen staan.
- Maar we hebben wel meteen maatregelen genomen: de huisarts gebeld, die belt me morgenochtend op. En de oncologische wijkverpleegkundige gebeld, die was er ook niet, maar ik heb het bericht op haar voice mail ingesproken. Dus die zal ook morgenochtend wel bellen of langskomen. We moeten een traplift hebben.
- Zo is dat. Ik heb een madrigaaltje van Thomas Morley.

Wie het daartegen wil opnemen, wordt nooit mijn vriend (6)

Je hoort soms wel zeggen: Nabokov was een elitaire schrijver. Of: Gerard Reve was toch veel beter dan zijn broer Karel. Of: Georges Perec stelde als schrijver toch eigenlijk weinig voor. Als ik zulke dingen hoor, denk ik: jullie hebben nooit iets gelezen. Jullie hebben geen smaak voor literatuur ontwikkeld. Of in elk geval een andere smaak voor literatuur dan de mijne, jullie houden van Donald Duck. Dat mag, hoor! Alles mag.
Zoals ik elk jaar uit de top 50 van de Librisprijsboeken een boek uitkies (dat nooit de winnaar blijkt te zijn, maar wel een goed boek), zo kiezen die mensen een boek uit de top 6. Dat noemen ze dan een goed boek.
Ik vind eigenlijk dat je alleen een boek moet uitbrengen als het kan tippen aan:
1. Ulysses van James Joyce.
2. Pnin van Vladimir Nabokov.
3. Tsjevengoer van Andrej Platonov.
4. Het tankschip van Elsschot (of een willekeurig ander werk van deze grote Vlaamse schrijver).
Helaas heb ik geen publikaties van deze aard gezien, de laatste dertig jaar. Of ja, natuurlijk, een paar boeken van Karel van het Reve. Geen romans, maar documentaires. Zijn kortere stukjes (verzameld in zijn Fragmenten) zijn vooral zo knap. Koopt u zijn Verzameld Werk, waarvan het 5e deel nu gedrukt wordt. Daarna komen er nog 2 delen.
Ik heb nog een persoonlijke noodkreet. Een schrijver die ik hoog heb zitten, is Joost Zwagerman. Joost! Streekgenoot! Schrijf toch nog eens een fantastisch boek waarin je Alkmaar en omstreken laat gloriëren!

woensdag 26 mei 2010

Dat vinden wij niet normaal! (5)

Ik heb mijn hele leven PvdA gestemd. Niet omdat ik het altijd met ze eens was, want ik ben geen socialist en zal het ook nooit worden. Maar ze staan voor een gematigd beleid, goede zorg, degelijkheid en zo verder.
Wat die goede zorg betreft: die krijgt Alice nu van Evean, de thuishulpinstelling die ook in de gemeente Bergen (waar Egmond aan Zee onder valt) werkt. We hebben een uitstekende oncologische wijkverpleegkundige in de persoon van Josée Boots, die eens in de week langskomt, en die dingen regelt als: een douchemeubel, stangen aan de wand van de wc, een toiletverhoger, en morgenochtend komt er een lichtgewicht, opvouwbare rolstoel. Vooral dat laatste ding zal een uitkomst zijn, want dan kunnen we het huis uit. Alice is de laatste twee weken het huis niet uit geweest, want ze is te moe om op haar benen te staan. Een gevolg van de diverse kankers die ze heeft gehad en nog heeft, en van een longontsteking die ze anderhalve maand geleden heeft opgelopen.
Voor dit soort goede zorg moet je, volgens de VVD, op z’n Amerikaans gaan betalen. Dat is hun uitkomst uit de financiële ellende.
Die ellende is ons nu juist bezorgd door de VVD-stemmers! De heren bankiers, beleggers, adviseurs enzovoorts. Het lijkt mij zeer ongewenst dat de VVD haar eigen problemen gaat oplossen. Zoals het in Griekenland ging: de christendemocraten maken er een potje van. Daarna gaan de socialisten de boel opruimen. Zo zal het ook in Italië, Spanje en Portugal gaan. De gematigde socialisten ruimen de etterende rotzooi op. Dat hoop ik, tenminste.
We hebben bij de Giro d’Italia kunnen zien dat Aquila, waar twee jaar geleden die aardbeving was, nog niets is veranderd. De puinhopen zijn nog niet eens opgeruimd. De mensen van Aquila wonen nog steeds in tentenkampen. De regering-Berlusconi heeft nog steeds niets voor die mensen gedaan. En zal ook niets doen voor die mensen. Eérst jezelf verrijken, daarna zien we wel verder. Dat is het motto van de christendemocratie en van de liberalen (en van de maffia).
Laat ons verstandiger zijn. Bijvoorbeeld door die subsidie voor de rijksten onder ons (de hypotheekrenteaftrek) af te schaffen. Daarin is de PvdA nog zeer gematigd. Het had wel wat flinker mogen zijn.
Het was ook wel zeer tekenend dat nu het CDA daartégen is. Het CDA is dus vóór die subsidies voor de rijksten onder ons. Net als de VVD. Het geld moet van die twee partijen komen van de mensen die het toch al niet te breed hebben. Wie het daarmee eens is, is niet mijn vriend. Wie het daartegen wil opnemen, wordt mijn vriend.

dinsdag 25 mei 2010

Zo heb ik ook een probleem met de verkiezingen (4)

Met die van 9 juni aanstaande. Een woensdag, en niet zoals in andere landen een zondag. Daar is de SGP tegen, om de verkiezingen te houden op een zondag, en dat vinden wij normaal (!...).
Dat is niet mijn grootste bezwaar. Waarom konden er geen verkiezingen worden gehouden zodra dat kabinet sprong? Waarom moesten we eerst wachten totdat Jack de Vries, pardon, waarom moesten we eerst wachten tot de lijsttrekkers bekend waren?
Het kan zoveel eenvoudiger en ik zal u nu uitleggen hoe het moet.
Kabinet springt, bijvoorbeeld over de kwestie Congo. Kabinet legt het uit, de oppositie legt het uit. Klaar. Kabinet valt.
Dan moet je natuurlijk geen demissionair kabinet overhouden. Dan moet je snel een nieuw kabinet maken.
Met ‘snel’ bedoel ik: binnen een week. Geen gelul. Ze kunnen het ook in Engeland. Daar schrijven ze vier paginaatjes vol, en dan weten ze wat ze moeten doen.
Zodra een kabinet valt, moet er bij mij een kiesformulier worden bezorgd. Via email. Er kan natuurlijk nog van alles worden gewijzigd op die lijsten. Die krijg ik ook binnen via email.
En wat is er tegen om op 9 juni a.s. te stemmen per computer? Je geeft elke kiezer een nummer. Die kiezer hoeft niet meer naar een stemkantoor, die brengt zijn stem thuis uit.
Wie dat niet wil of kan, die laat je nog ouderwets stemmen.

maandag 24 mei 2010

Op droeve toon (30)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, jij hebt vast Berend Quest al gelezen.
- Ja, die heb ik net gelezen. Ik snap niet waarom hij ons blog bijvoorbeeld boven Chimsky zet.
- Hij vindt dat je fantastisch schrijft.
- Ja, en hij is een beetje bang dat ons Huis der Gekreukten een droevig einde zal kennen. Dat heeft hij goed gezien, want één van ons gaat een keer dood. Dat is het einde van het Huis.
- Wat heb je te eten?
- Bitterballen?
- Joepie!
- Ze zijn over vijf minuten klaar. Ondertussen heb ik een stukje van Palestrina. Als de mensen meer van die mis voor paus Marcellus willen horen, moeten ze gewoon rechts kijken.

Geen kwaad hart

Vanavond had een ‘vriend’ (zo heet het op Facebook) een stukje muziek van een Amerikaanse zangeres. Die zangeres speelde er ook piano bij.
Ze kon misschien wel tamelijk hoog zingen, een beetje, maar het hield niet over, volgens mij. De tekst die ze zong was ook tamelijk onbenullig. Het ging over haar old man, of zoiets. Iets zeer gratuits dus.
Wat mij vooral tegenstond, was haar pianospel. Dat deugde voor geen meter. Als je piano speelt, moet je dat eerst gaan leren, en dat had ze niet gedaan.
Deze normale bevindingen schreef ik aan die ‘vriend’ (die ik overigens hoog heb zitten, want hij heeft een paar schilderijen gemaakt, waar ik eigenlijk tamelijk gek op ben).
Zo zie je wat voor onzinnige conflicten je kunt krijgen: iemand die houdt van zo’n zangeres, en iemand die nu juist níet van die zangeres houdt. Iemand die juist níet van dat soort muziek houdt.
Die ‘vriend’ protesteerde wel dat het niet allemaal Bach hoefde te zijn, en dat ik niet moest zeiken. Maar ik zeikte nog één keer door: met mijn bezwaren tegen dat verschrikkelijke pianospel van dat wijf. Ik heb er, geloof ik, niet aan toegevoegd dat ze beter C en G had kunnen spelen, in plaats van A en E.
Na die laatste mededeling zei die ‘vriend’ dat ik een zeikerd was.
Kijk. Dat is iets Nederlands, zo’n onbeschofte mededeling. Niet iets Vlaams. Ik heb hem meteen ontvriend.

Ik heb geen probleem (3)

Ik heb sinds 2002 geen probleem meer gehad. In april 2002 kreeg ik mijn tweede herseninfarct en zag de behandelend cardioloog ook dat ik aan hartfalen leed. De problemen die ik daarvoor had gehad met mijn manisch-depressieve aanleg, waren opeens verdwenen. Opeens zag ik van alles de goede kanten.
Toen leerde ik in 2006 Alice kennen en mijn geluk kon niet groter zijn. Nu leven we samen, dus mijn geluk kon toch nóg groter zijn. Samenleven met een vrouw is het mooiste dat er is. Goed, Alice heeft ook een zeer frêle gezondheid, ze eet te weinig, ze slaapt teveel, ze geeft af en toe over, ze staat zeer wankel op haar benen, ze valt vooortdurend af in gewicht. Maar dat zijn allemaal tijdelijke ongemakkelijkheden, denk ik. Hoop ik. Ze moet er nog eens met dokter Smits over praten. Ze heeft al met hem gepraat, maar niet over dat overgeven. Dat moet ze nog eens met hem bespreken.
Ondertussen blijf ik haar zo goed mogelijk verzorgen. Al maakte ik vandaag een grote fout: ik had een maaltijd met capucijners gemaakt. Ik wist niet dat ze die niet mag hebben, omdat ze een stent in haar slokdarm heeft zitten.
Zo heb ik ook geen probleem met de verkiezingen. Ik stem PvdA, al vind ik het wel zorgelijk dat Cohen zo weinig weet. Dat is wel eens anders geweest, met onze PvdA-voormannen. Den Uyl of Kok kenden hun zaakjes. Cohen weet er niets van en begint bijna te blozen als je hem vraagt: wat moet er nu gebeuren? Iemand met zo weinig algemene kennis... Hij weet nog minder dan ik.
Waarom stem je dan niet bijvoorbeeld VVD of CDA, jongen? Nou kijk, dames en heren, ik stem principieel niet op een partij van christenen, dus het CDA valt af. En de VVD duwt ons nog veel verder het moeras in. De VVD is ook een partijtje dat uitgevonden is door de ondernemertjes, en dat nooit verder is gekomen. Ze willen het liefst een Amerikaans systeem van ‘wie niet werkt, die zal boeten!’
Ik ben voor het PvdA-systeem: ‘wie niet werkt, die doet iets anders, bijvoorbeeld mantelzorg’.

zondag 23 mei 2010

Op een zeer zenuwslopende wijze (2)

Ik ken een man in het Derp, bij wie alles moeilijk gaat. De titel heeft niets met mijzelf te maken, want niets, werkelijk NIETS gaat gepaard met enige moeite. Werkelijk NIETS! Ik heb dan ook geen enkele moeite met mijn medeburgers. Hoe ze ook zijn of op 9 juni a.s. zullen stemmen, of in de navolgende jaren zullen blijven klagen over de gekozen regering.
Die man met wie alles moeilijk gaat, heet Gerard. Noem hem geen Gerard, daar reageert hij niet op, noem hem Zjéérard.
- Gerard.
- ???
- Zjéérard.
- Ja?
- Ik heb een probleem.
- Ik ook! Een grondprobleem.
Gerard heeft altijd grondproblemen, die hij steeds zeer omstandig aan je staat voor te houden. Op zich is dat nog niet zo erg, maar Gerard spuugt ook tijdens het praten. Dat maakt dat je hem onderbreekt en zegt: ‘Goed, Zjéérard. Wat je wilt zeggen, is dus...’ Elke minuut dat Gerard even niet praat, is droog en meegenomen.
Gerard woont bij mij in de buurt en heeft een tuintje achter zijn huis. Daarin staan wat bloemen, ik kijk even uit mijn raam en daar staan ze. Pioenrozen. Tuinkaboutertje. Prieeltje. Ik sprak Gerard gistermiddag. Zijn grondprobleem behelsde de grijze kat van de buren, die er een gewoonte van had gemaakt te komen schijten in Gerards tuin. Tussen de rozen.
- Dan moet je satéstokjes tussen je rozen in de grond prikken.
- Dat heb ik al geprobeerd en dat hielp niets. NIETZZS hielp dat!
Want je kunt wel een simpele oplossing aandragen, maar dat wil nog niet zeggen dat Gerard uitgespuugd, pardon, dat Gerard uitgepraat is. Wat soms wél wil helpen, is hem een verhaal vertellen als dit. In het China van Mao Tse Toeng, begin je, was het houden van katten als huisdieren een zeer ongewone zaak. Zelfs mooie katten, zoals de grijze kat van de buren, hield je niet als huisdier, maar uitsluitend voor de fok. Want wat deed je met je katten? Hetzelfde als met je honden. Die at je op! Er waren toen in China nog geen Chinese restaurants, dus je moest alles zelf doen. Tegenwoordig doen de Chinezen hun katten ‘uit huis’, zoals ze dat noemen: ze verkopen hun honden en katten aan de restaurants, die er vervolgens lekkernijen van maken zoals kattenlevertjes of hondenklootjes. Maar dat bestond nog niet in de tijd van Mao Tse Toeng. Toen gingen de mensen zelf aan de slag met hun messen en oventjes. Wat een tijd, wat een tijd, de communistische tijd, Zjéérard!

zaterdag 22 mei 2010

Op droeve toon (29)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, het is weer zaterdag en dan is er niets op de tv voor ons soort mensen.
- Nee, niets. Zelfs Nederland 4 is niks. Hoe zou jouw ideale tv-avond er uit zien?
- Van zes tot acht uur: journaal. Lekker uitgebreid. Van acht tot elf uur: een paar documentaires. Van elf tot twaalf uur: een uurtje Engelse renaissancemuziek.
- Daar ben ik ook voor. Je zou meteen een hoop geld uitsparen, dat je nu verkwist aan al die omroepjes en Paul de Leeuwtjes. Als Paul de Leeuw nog iets wil, gaat hij maar met zijn bende naar de commerciëlen.
- En de reclame?
- Kan weg. Zo’n tv-avond zet je hup in elkaar en kost je dus bijna niets. Die netcoördinanana, ik krijg het woord gewoon niet uit mijn mond, die lui kunnen ook weg. Overbodig. De NOS kan ook weg, als organisatie, want je hebt voor de samenstelling van zo’n avond maar een paar journalisten en cameramensen nodig. Meer niet.
- En die documentaires en die Engelse muziekstukken?
- Die koop je in. Dat kost wel wat geld, maar lang niet zoveel als er nu verspild wordt.
- Wij zijn het zelden oneens en ook nu weer volg ik je. Ik doe een stukje Taverner.

Begin er níet aan! (1)

Ik heb de afgelopen twee jaren (op Ben twijfelt en op BBZ) tamelijk veel geschreven: bijna elke dag een stukje. Die stukjes kwamen op een verbluffend simpele wijze tot stand: ik las even in het stukje dat ik de dag tevoren had geschreven, haalde daar een zinnetje uit, en dat zinnetje werd de titel voor het volgende stukje.
Deze werkwijze geeft wel wat beperkingen, want je wilt bijvoorbeeld iets schrijven over de bizarre gewoonte van het nordic walking of over de komende verkiezingen of over de Giro d’Italia, maar je kunt geen goede titel vinden. Daar zit je dan mee. Maar verder is het een ideale schrijfmethode: van een writer’s block is nooit sprake, want je vindt altijd een titel en dan is het verder een klusje dat ongeveer een uur duurt. Of nou ja, soms duurde het een halve dag. Maar het duurde soms ook maar een kwartiertje.
Verder kan ik u zeggen dat het knap verslavend is. Ik ga er dan ook mee verder, maar ik ga het ietsje anders doen. Als ik in dit stukje het zinnetje Dat is niet mijn stijl heb staan, dan kan de titel van mijn stukje van morgen worden: Dat is mijn stijl! Of als ik nu zou schrijven (wat ik nooit zou doen): Daar plaats ik vraagtekens bij, dan zou ik morgen een stukje kunnen schrijven met als titel Daar plaats ik uitroeptekens bij!!!
Een mens heeft natuurlijk niet elke dag inspiratie, er komt je niet steeds iets aangewaaid, en voor die dagen heb ik wat dingetjes bedacht. Bijvoorbeeld de gebeurtenissen in het landelijke Dirkswoud, een dorpje dat midden tussen Alkmaar, Schagen en Hoorn ligt, kijkt u maar in uw atlas, of op Ben twijfelt of BBZ. U mag best weten: als ik ten einde raad ben, dan vertrek ik naar Dirkswoud om daar het een en ander op te tekenen. En zo zijn er nog een paar hulpjes voor de arme schrijver.
Wees ervan verzekerd: hier zult u geen poëzie vinden. Slechts proza. Ik hoor u Goed zo! brommen.

vrijdag 21 mei 2010

Op droeve toon (28)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat een rotdag was het vandaag!
- Ja, je had de hele dag buikpijn. En het ging zo goed, de afgelopen dagen!
- Ik snap er ook weinig van.
- Het komt misschien omdat ik je vanochtend een boterham met oude kaas en gebakken ei heb gegeven.
- Ga weg! Dat was juist zo lekker!
- Gelukkig dat je dat lekker vond.
- Ik sta nu op, want ik lig al de hele dag op mijn bed.
- Ja, doe dat maar, lief. Dan doe ik een stukje van Thomas Tallis.

woensdag 19 mei 2010

Op droeve toon (27)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, hoe staat het met de gezondheidszorg in het landelijke Dirkswoud?
- Daar staat het nu weer goed mee, Duifje. Ze hebben nu een huisarts, Van Kliempt, oudere man al maar zeer vaardig. Staat sterk in zijn schoenen en dat zal ook nodig zijn. De Dirkswoudenaren zijn een kras volkje. Ze hebben het sinds 1924 zonder huisarts, apotheek of ziekenhuisbezoek gedaan. Ziekenhuizen, daar ga je dood in, zeiden ze.
- Daar zit wel iets in.
- Maarten ’t Hart kreeg steunbetuigingen vanuit heel Dirkswoud, toen hij op de televisie zei: bezuinig op de zorgkosten!
- Ja?
- Ja. Nog steeds gaat er niemand naar het ziekenhuis.
- Maar wat doen ze dan als ze een arm of een been breken?
- Dat gebeurt natuurlijk, incidenteel. Vroeger gingen ze met zo’n gebroken been naar boer Harkema. Die deed er een uierzalfje op en volgens Jan ‘De Manke’ Klasma zei boer Harkema dan: ‘Voortaan voorzichtiger lopen. Niet meer vechten in de kroeg!’
- Maar nu gaan ze naar Van Kliempt?
- De meesten wel. Sommigen gaan nog wel naar Harkema, maar die kan niet zoveel klanten meer hebben. Oud geworden. Van Kliempt is nog maar 55 jaar en hij is beresterk, hij doet ook het vee in Dirkswoud.
- En wat voor stukje heb je?
- Ik heb ‘Een vrolic wesen’ van Mattheus Pipelare. Op YouTube noemen ze het ‘Een vrouelic wesen’, maar het moet dus vrolijk zijn.

dinsdag 18 mei 2010

Op droeve toon (26)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat zijn de mensen in het Derp snel!!!
- Sommigen hebben er een flink tempo in zitten, ja. Dokter Smits is er zo één.
- Geweldige vent.
- Ik zei je al een paar jaar geleden: ik heb een vreselijk goede huisarts.
- Vanochtend vroeg kwam er al een bloedprikster langs en om twee uur kwam die aardige oncologische wijkverpleegkundige langs voor een oriënterend gesprekje. Morgen komt er iemand langs om me te helpen met wassen en zo. Morgen belt ook dokter Smits voor de uitslag van mijn bloedonderzoek.
- Ik hoop dat er bijvoorbeeld te weinig vitamine B12 in je lichaam zit. Of te weinig ijzer of fosfor enzovoorts. Dingen die je gemakkelijk kunt aanvullen.
- Dat hoop ik ook. Ik zou zo graag weer een beetje mobiel willen zijn, de trap kunnen af- en oplopen, boodschappen met je willen doen, een terrasje willen pikken samen met jou en daar een kopje koffie nemen met een appelgebakje met slagroom!
- De leuke dingen van het leven doen. En lekker samen zijn, dat is het belangrijkste. Ik ga straks eten maken, nu doe ik een stukje van John Plummer.

maandag 17 mei 2010

Op droeve toon (25)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, goed dat de dokter vanochtend kwam.
- Ja. Hoe vond je hem?
- Ik vond het een aardige kerel en een vakman. Hoe heette ie ook alweer?
- Dokter Smits. Heb je hem alles verteld?
- Ik heb alleen niets gezegd over mijn kotsen.
- Dat komt dan de volgende keer wel.
- Hij zei op het eind: ‘Welkom in de praktijk!’ Dat vond ik zo aardig-Egmonds!
- Tegen mij zei hij: ‘Je hebt er een hele zorgplicht bij.’ Toen zei ik: ‘Het is niet zo’n moeite, hoor. En zorgen voor iemand anders maakt jezelf sterker.’
- Morgenochtend komt er een verpleegster langs om bloed af te nemen. Overmorgen heeft dokter Smits de uitslag, en dan bepaalt hij wat er moet gebeuren.
- Zal ik maar een stukje gaan opzoeken?
- Doe dat maar.
- ...
- Heb je iets gevonden?
- Ja, een stukje van John Sheppard.

zondag 16 mei 2010

Op droeve toon (24)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, om nog even verder te gaan met onze discussie van vanmiddag: waar ken jij die man van?
- Theprof1958?
- Ja.
- Die ken ik van zijn YouTube-kanaal. Daarop staat dat hij Raffaele heet en dat hij insegnante di matematica is. Leraar wiskunde dus. Op dat YouTube-kanaal heeft hij meer dan 2800 stukken muziek verzameld en ik denk dat driekwart van die muziek kerkmuziek is. En nou zegt hij, in zijn gebrekkige Engels: I am totally atheist.
- In het Italiaans klinkt dat mooier: Sono totalmente ateo.
- Ja. Veel mooier. Maar ik kan Raffaele dus de hand schudden.
- Ik ook!
- Juist. Want zoals atheïsten de bijbel beter kennen dan gelovigen — een beetje atheïst, zoals ik ze ken tenminste —, zo kunnen ze ook meer van Bach, Desprez, Byrd of Tallis genieten dan gelovigen. Ik denk dat dat komt doordat ze zich niet laten afleiden door die boodschap van Jezus aan het kruis enzovoorts. Daar hoeven wij niet meer over na te denken, want die boodschap is onzin.
- Er zijn ook mensen zoals Francis1930, die mooie muziek aanbieden op hun YouTube-kanaal, en die diepgelovig zijn.
- Ja, maar die doen de tekst van het gezang er levensgroot bij, dus ik heb zo’n donker vermoeden dat het die diepgelovigen helemaal niet om de prachtige muziek gaat. Die mensen willen lekker aan het hosanna meedoen, denk ik. Het maakt ze, geloof ik, niet uit of het van Bach, Byrd of van Buxtehude komt.
- Maar Bach en Byrd waren zelf wél gelovige mensen.
- Ja, en het World Wide Web is begonnen als een militaire vinding. Dat wil niet zeggen dat wij dat web nog steeds militair moeten inschatten. Zo is het ook met Byrd of Bach. Ik heb trouwens een mooi stukje van Josquin des Prez voor de lezers.
- Die zullen daar wel blij mee zijn.
- De meesten zijn atheïsten, neem ik aan.

zaterdag 15 mei 2010

Op droeve toon (23)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, wat is het beste verhaal dat jij kent?
- Geschreven verhaal?
- Dat mag ook.
- Dat is een verhaal van Nabokov, dat hij in het Russisch schreef in 1931 en dat hij in 1947 in het Engels vertaalde als The aurelian. In de vertaling van M. Coutinho heet het Prikkebeen. Het staat in de bundel Lente in Fialta, die De Bezige Bij uitgaf in 1981 en waaruit ik dat verhaal ken.
- En waarom vind je dat het beste verhaal?
- Eigenlijk alleen maar omdat deze regel in dat verhaal staat: Een palmboom die er zo naargeestig uitzag alsof hij op Helgoland stond, hing in een zwarte lijst boven het tweepersoonsbed. Die regel heeft me altijd aangesproken, ik weet ook niet waarom.
- Er spreekt geen groot levensgeluk uit.
- Nee, maar dat kun je ook niet gebruiken in verhalen of romans.
- Dat heb je in de muziek ook, begrijp ik?
- Ja, neem dit madrigaal van John Bennet. Niemand kent het, maar het is mooie muziek omdat het op droeve toon gezongen wordt.

dinsdag 11 mei 2010

Op droeve toon (22)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, dat had je beter niet kunnen zeggen, gisteren.
- Nee, ik had beter mijn mond kunnen houden. Ik vond gisteren die handdoek met je bloed erop.
- Dat was helemaal geen bloed, joh! Ik had overgegeven, maar dat rode op die handdoek was Roosvicee!
- Dat weet ik nu, ja. Toen ik die handdoek vond, ben ik meteen gaan zoeken op het internet, en ik kwam uit op slokdarmkanker.
- Dat heb ik ook. Daarvoor zit er een stent in mijn slokdarm. Maar jij bent dus in paniek geraakt.
- Ja.
- Hoe sta jij tegenover medicinale hasj?
- Daar sta ik blanco tegenover.
- Het verlicht de pijn, het vergroot je eetlust en het zorgt dat je goed slaapt.
- Het zou met andere woorden een uitkomst zijn?
- Ik denk het, ja. Ik ga er met de huisarts over praten.
- Doe dat. Dan zet ik nu een stukje Thomas Tallis op.

Op droeve toon (21)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, ik voel me niet goed.
- Dan gaan we morgenochtend meteen naar dokter Smit of Smits.
- Ja, laten we dat maar doen.
- Want je gaf vannacht bloed op, je eten zakt niet, je weegt minder en je poep was zwart.
- Mijn poep was niet helemaal zwart, hoor.
- Dat verzon ik er maar bij. Teerachtig.
- Ook niet helemaal teerachtig was mijn poep.
- Maar we gaan wel morgenochtend naar de dokter toe.
- Ja, laten we dat maar doen.
- Want je bent ook de hele dag moe.
- Ja.
- Dus ik zou denken dat je...
- Slokdarmkanker.
- Dat je dat hebt, ja. We doen het met een stukje William Byrd, want we kunnen niet anders.

zondag 9 mei 2010

Op droeve toon (20)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, ik woon nu drie weken bij je. Hoe bevalt het je? Eerlijk blijven, hè!
- Het bevalt me nog steeds zeer goed. Wij gaan niet meer uit elkaar.
- Hiep hoi!
- We vieren het met dit motet van William Byrd.

zaterdag 8 mei 2010

Op droeve toon (19)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, het was een raar dagje, niet?
- Ja. Ik lees voor het eerst De Morgen.
- Wat hadden die voor verhaal dan?
- Een verhaal over pedofiele priesters die gewoon aan het werk blijven, in België of Peru. Jef v.d. O., een Belgische pater of priester ging naar Peru toe, nadat er berichten over zijn pedofiele bewegingen bekend waren geworden. In Peru bouwde hij een schooltje, dus dan weet je het wel. In katholieke blaadjes wordt hij nu afgeschilderd als een pater Damiaan. In een Belgisch klooster zit een verkrachter van Canadese Inuit-kinderen opgescholen, die internationaal als ‘gevaarlijk’ wordt aangemerkt. Niemand valt dat klooster binnen om die klootzak op te pakken.
- Verder kwam Henk nog aangefietst om een schroevendraaier terug te brengen, die hij per ongeluk had meegenomen.
- En er is vanavond niets, helemaal niets belangwekkends op de tv.
- En mijn wijnsmaak begint te veranderen. Ik hield altijd van rode wijn, dat weet je. Maar nu begin ik meer trek te krijgen in rosé of in halfzoete witte wijn.
- Een grote ommekeer, inderdaad. Ik houd het op rode port. Ik heb voor dit keer een van de mooiste Magnificats, dat van Thomas Tomkins.

Op droeve toon (18)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, we hadden vandaag Els over de vloer.
- Ja, en het was zeer aangenaam.
- Zeer aangenaam, waar we het niet over gehad hebben was trouwens de pedofilie der pastoors en paters.
- Dat kwam misschien doordat Els niet katholiek is.
- Ja.
- Dan weet ze dat soort dingen ook niet.
- Misschien kent ze de cijfers niet, wereldwijd. Ik dacht dat het op 80.000 gevallen lag, mogelijk hoger. We weten natuurlijk niet hoe het nu in, zeg, Zambia of Nigeria gaat. In Brazilië of Argentinië. Laat ons maar aannemen dat de katholieke kerk een vereniging is waarin pedofielen vrij spel hebben.
- Ben je pedofiel, word pastoor!
- Dat is de boodschap des heren, ja.
- Ik heb nog een stukje Palestrina voor je. Tu es Petrus!
- Bah.

vrijdag 7 mei 2010

Op droeve toon (17)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, je zult wel moe zijn geweest.
- Van die kast, bedoel je.
- Van die klerenkast, ja. Om die in elkaar te zetten.
- Maar daar heeft Henk toch het meeste werk aan gedaan?
- Ja. Henk was de technicus, ik was de opperman.
- Ja, zo zou je de conversatie kunnen voeren. Als we de de personen gewoon door elkaar laten lopen, ja. Zoals bij Karel van het Reve. Of bijna. Nee hoor. In onze conversatie klopt alles.
- Wat is je muziek, Bennemans?
- Dat is Thomas Tomkins wederom.

woensdag 5 mei 2010

Op droeve toon (16)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, op wie ga jij stemmen op 9 juni?
- Ik stem op Fem. Ik heb nog lang getwijfeld tussen Job en Fem, maar vanavond had Job bij Pauw & Witteman wederom uitsluitend plattituden. Dus ik stem Fem.
- Je had ook op the conservatives kunnen stemmen.
- Nee, de VVD of de PVV racen mij teveel af op een samenleving die ik nu juist helemaal niet wil: een samenleving van verschillen tussen Ahmed of Mohammed en Piet of Katrien. Ik wil een samenleving zonder dat soort verschillen. Waar dat soort verschillen natuurlijk wel bestaat, maar waarin die verschillen niets uitmaken.
- Dan zou je nog kunnen beslissen naar D66 over te stappen.
- Sja, D66. Nee.
- Of het CDA. of de Christen Unie.
- Mijn stem gaat nooit naar een christen, zoals mijn stem ook nooit gaat naar een pedofiel.
- Dus het wordt Femke.
- Ja, hoewel ik over haar (uit bekende kring) al nare berichten heb ontvangen. Ze zou in haar jeugd, berichtte mij een kennis, biertjes hebben gejat. Of snacks, of zoiets. Ik vind dat geen beletsel. Dat heb ikzelf ook een keer gedaan, sorry Gerard. Mijn muziek komt...
- Daar zat ik al op te wachten, Bennemans!
- Ja. Mijn muziek komt van Thomas Tomkins.

dinsdag 4 mei 2010

Op droeve toon (15)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, je had vanmiddag een slechte middag.
- Zeg dat wel. Boodschappen halen bij Super de Boer, bijna een buurman. Doodmoe. Vuilniszak buiten zetten. Weer doodmoe. De afwas doen en iets koken. Weer doodmoe. Na het eten de was ophangen. Voor de vierde keer doodmoe.
- Maar vanavond ben je weer normaal, lijkt het.
- Ja, nu ben ik weer normaal. De muziek komt van Orlando Gibbons.

maandag 3 mei 2010

Op droeve toon (14)

- Dag Duifje, hahaha!
- Dag Benneman, ja, dat was iets om te onthouden!
- Een werkman!
- Een hahahahaha!
- Een amateur-werkman. Iemand die via de woningbouwvereniging komt om de geiser te keuren. Die man doet dat gewoonlijk in vijf minuten, dan is ie klaar. Maar deze jongen had een keuken vol kraanleertjes enzovoorts. Toen moest hij naar zijn auto omdat hij iets niet bij zich had. Hij was een half uurtje weg, dus ik ging eens op de parkeerplaats kijken. Daar zat hij achter zijn stuur. Hij deed zijn auto aan, toen ik eraan kwam, en hij deed zijn auto weer uit. Zo, zegt hij, terwijl hij monter uitstapt, en hij laat een tubetje lijm of vet zien. Dat moest ik even zien te halen! Ik heb gelijk ook even gezorgd voor een nieuw kraanmontuurtje!
- Het leek me ook geen vrolijke jongen, Bennemans.
- Nee, vrolijk was hij niet. Een hardwerkende jongeman. Weet je wat? Ik doe een stukje Bach vandaag.

zondag 2 mei 2010

Op droeve toon (13)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, we hebben een leuke middag gehad bij je zus Marja.
- En hoe was ik als bijrijder en Tomtom?
- Matig.
- Matig?!
- Ja, op de heenweg reden we een kilometer te ver door Alkmaar...
- Mátig?!
- En op de terugweg konden we niet uit Alkmaar-West komen.
- Het regende daar.
- So what?
- Daardoor had ik slecht zicht.
- Gelukkig heb je meer verstand van muziek.
- Ja, vandaag dacht ik aan een stukje van Heinrich Schütz.

zaterdag 1 mei 2010

Op droeve toon (12)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, ik ga strakkies me aige effe opdiggele.
- ?
- Dat heb ik uit het Derper Woordenboek dat we vanmiddag gekocht hebben. Ik ga mezelf straks even mooi maken, betekent het. Wat een heerlijk dialect hebben jullie hier toch!
- Vind ik ook. Het wordt alleen bijna niet meer gesproken. Het Derps lijkt een beetje op het Kattiks in Katwijk.
- De mooiste uitdrukking in het Derps is: ai ken gien dooie ’en de stêert oit’ale.
- Zeer bloemrijk. Main stikkie meziek komt van Thomas Tallis.

Bericht van Duifje (4)


Een paar weken terug maakte Bennemans me attent op een stukje van Karin Spaink waarin ze heel enthousiast schreef over haar Canta.
Zelf rijd ik in een Smart for two, een prima wagentje, maar zo'n Canta biedt wel veel voordelen.
Dat je er geen rijbewijs voor hoeft te hebben is voor mij niet zo belangrijk, maar wel dat je ermee in voetgangersgebied mag komen en omdat wij, zeg maar, toch enigszins gekreukt zijn, al is dat de ene dag wat meer dan de andere, kan dat buitengewoon handig zijn. Nou ja, je kunt er niet mee de autoweg op maar dat was toch al geen hobby van me en voor ritjes hier in de buurt is het een prima karretje.

IJsland

De leukste zus van mijn moeder, tante Gre of Gré —ze leeft nog — werd verordonneerd naar een klooster op IJsland. Hafnarfjördur. Ze was vast te lief om naar een klooster in Italië of Frankrijk te worden weggezonden. Ze was natuurlijk katholiek, en ze geloofde in al de poeha. Hoewel? Als ze even had nagedacht, had ze wel geweten hoe de broeders het geloof aanvaardden.
Hoe zelf dat idiote geloof te aanvaarden.
Ze zat daar in Hafnarfjördur gevangen, maar kon toch terugkomen toen haar vader (mijn grootvader) lag te sterven aan kanker. De arme man zag er geheel groen uit, toen ik hem voor het laatst zag, in zijn bedstee.
Dat bedoel ik met vooruitgang, tante Gré. Zo’n ontzettende dood hoeven de mensen niet meer te hebben.